Voorbeelden ergotherapie bij hand- en armproblemen

Voorbeelden ergotherapie bij hand- en armproblemen

Ergotherapie speelt een belangrijke rol bij het behandelen van hand- en armproblemen. Wanneer iemand moeite heeft met het gebruik van de handen of armen door pijn, zwakte, verminderde coördinatie of andere fysieke beperkingen, kan een ergotherapeut helpen met het verbeteren van de functie, het verminderen van pijn en het bevorderen van de zelfstandigheid in het dagelijks leven. Hier zijn enkele voorbeelden van hoe ergotherapie kan helpen bij hand- en armproblemen:

 

1. Artritis (bijv. reumatoïde artritis of artrose)

2. Carpaal Tunnel Syndroom (CTS)

3. Revalidatie na een beroerte (hemiplegie)

4. Fracturen (bijv. gebroken pols of arm)

5. Tendinitis (bijv. tenniselleboog of golfelleboog)

6. Spasticiteit of verlamming (bijv. door cerebrale parese, MS, of een hersenletsel)

7. Dupuytren’s contractuur

8. Beperkingen door ouderdom (bijv. afname van kracht of mobiliteit)

9. Hersenletsel (bijv. na een trauma of ongeval)

10. Beperkingen door zenuwbeschadiging (bijv. door een operatie of letsel)

Ergotherapie kan enorm bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van leven voor mensen met hand- en armproblemen. Door middel van gespecialiseerde oefeningen, het aanreiken van aangepaste hulpmiddelen en het optimaliseren van de omgeving, kunnen ergotherapeuten mensen helpen om dagelijkse taken met minder pijn en meer onafhankelijkheid uit te voeren. Het doel is altijd om de functie van de hand of arm te verbeteren, het dagelijks functioneren te vergemakkelijken en de cliënt te ondersteunen in hun herstel of aanpassing aan een nieuwe situatie.