Behandeling ergotherapie bij problemen met dagelijkse activiteiten
Ergotherapie richt zich op het helpen van mensen om beter deel te nemen aan dagelijkse activiteiten, ook wel ADL (activiteiten van het dagelijks leven) genoemd. Dit kan variëren van basisactiviteiten zoals eten en aankleden tot complexere taken zoals werk, school of huishoudelijke taken. Bij problemen in deze dagelijkse activiteiten kan ergotherapie helpen door middel van verschillende strategieën en technieken. Hier zijn enkele voorbeelden van hoe ergotherapie ingezet kan worden bij problemen met dagelijkse activiteiten:
1. Aankleden
- Probleem: Een cliënt heeft moeite met het aantrekken van kleding vanwege een fysieke beperking (bijv. beperkte mobiliteit in de armen of handen).
- Oplossing: De ergotherapeut kan hulpmiddelen aanbevelen, zoals een aankleedhulp (bijv. een lange grijper voor het aantrekken van sokken) of aanpassen van de kleding (bijv. kleding met grotere knopen of ritsen in plaats van knopen).
2. Eten en drinken
- Probleem: Een cliënt heeft moeite met het vasthouden van bestek door artritis of andere handproblemen.
- Oplossing: De ergotherapeut kan aangepast bestek aanraden (bijv. bestek met grotere handvatten of speciale grips) of strategieën voor het verbeteren van de grip.
3. Huiswerk of werk
- Probleem: Een kind of volwassene heeft moeite met concentratie en organisatie door bijvoorbeeld ADHD of een cognitieve stoornis.
- Oplossing: De ergotherapeut kan een structuur aanbrengen in de werk- of schoolomgeving door gebruik te maken van visuele hulpmiddelen, taken op te splitsen in kleinere stappen, en pauzes in te plannen.
4. Douchen en persoonlijke verzorging
- Probleem: Een cliënt heeft moeite met het douchen vanwege een fysieke beperking, zoals evenwicht of kracht.
- Oplossing: De ergotherapeut kan suggesties doen voor het gebruik van een douchekruk of beugels in de douche, en kan ook technieken aanleren voor veilig douchen (bijv. het behoud van evenwicht of het vermijden van gevaarlijke bewegingen).
5. Huishoudelijke taken
- Probleem: Een cliënt kan door een hersenletsel of ouderdom moeilijk huishoudelijke taken uitvoeren, zoals schoonmaken, koken of boodschappen doen.
- Oplossing: De ergotherapeut kan strategisch gebruik maken van hulpmiddelen zoals een keukengerei met een langere steel voor het koken of een opgeruimde werkruimte met gemakkelijke toegang tot alles wat nodig is. Ook kan er gekeken worden naar taakstructurering en planning.
6. Verplaatsen en mobiliteit
- Probleem: Een cliënt heeft moeite met het verplaatsen in huis, bijvoorbeeld door een recente operatie of mobiliteitsproblemen.
- Oplossing: De ergotherapeut kan advies geven over het gebruik van mobiliteitshulpmiddelen zoals een rollator of rolstoel, of het aanpassen van de woning (bijv. het verplaatsen van meubels voor een veilige doorgang).
7. Sociale participatie
- Probleem: Iemand heeft moeite om deel te nemen aan sociale activiteiten vanwege angst of sociale isolatie (bijv. bij depressie, autisme of angststoornissen).
- Oplossing: De ergotherapeut kan cognitieve technieken aanreiken om sociale situaties beter te begrijpen en aan te pakken. Ze kunnen ook helpen bij het oefenen van sociale vaardigheden en het stimuleren van de cliënt om zich stap voor stap meer sociaal te engageren.
8. Beperkingen door cognitieve stoornissen
- Probleem: Een cliënt met geheugenproblemen heeft moeite om de dagelijkse routine te behouden.
- Oplossing: De ergotherapeut kan hulpmiddelen aanreiken zoals geheugensteuntjes, agenda’s, of herinneringsapps. Ook kan er gewerkt worden met routines en visuele schema’s.
In veel gevallen gaat ergotherapie niet alleen over het aanpassen van de taak zelf, maar ook over het aanpassen van de omgeving of het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden en strategieën. Het doel is altijd om de cliënt in staat te stellen zo zelfstandig mogelijk te functioneren in hun dagelijks leven.